Medezeggenschapsraad
Iedere school in het basisonderwijs heeft een medezeggenschapsraad (MR). Dit wettelijk verplichte orgaan denkt mee, stemt of adviseert in alles wat met school te maken heeft.
Wie heeft er zeggenschap?
De zeggenschap op een school berust bij het schoolbestuur, dus de stichting of vereniging die de school in stand houdt. Met een ambtelijke term wordt dit ook wel het bevoegd gezag genoemd. Statutair wordt die zeggenschap meestal toebedeeld aan de directeur, schoolleider of College van Bestuur. Wie heeft er medezeggenschap?
Het bevoegd gezag kan niet zomaar alles zelf bepalen. De wet schrijft uitdrukkelijk voor dat het bevoegd gezag instanties en personen moet raadplegen voordat hij een besluit kan nemen. Er is dus sprake van medezeggenschap. Medezeggenschap betekent dat er leerkrachten en ouders mee mogen denken en praten over zaken op school. En dan gaat het zowel over onderwijsinhoudelijke onderwerpen als over arbeidsvoorwaarden, arbo, en scholing.
Wat zijn de wettelijke regels?
De wettelijke regels voor medezeggenschap zijn vastgelegd in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De wet bevat veel mogelijkheden om als ouder en leerkracht mee te denken en mee te beslissen over het reilen en zeilen van de school. Uitgangspunt van de WMS is dat er op elke school een medezeggenschapsraad (MR) is. Naast een MR per school moet ieder bestuur met meer scholen een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) instellen. In de wet is ook vastgelegd welke bevoegdheden de MR’en en de GMR hebben en welke informatie de MR of GMR hoort te krijgen van de directie of het bestuur.
Contact
